PWS Vormverzuimen

Of het nu gaat om een onrechtmatige doorzoeking, het niet (tijdig) vernietigen van tapgesprekken waaraan een geheimhouder deelneemt of het schenden van het consultatierecht van een aangehouden verdachte, het door de politie of het openbaar ministerie begaan van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek blijft de gemoederen bezig houden. Omdat de wetgever met de invoering van artikel 359a Sv in 1996 ervoor heeft gekozen enkel een wettelijk kader te scheppen voor de sanctionering van vormverzuimen en het geheel aan de rechter heeft overgelaten of en zo ja, op welke wijze er gesanctioneerd dient te worden, valt er een grote verscheidenheid aan rechterlijke uitspraken waar te nemen.

Dit heeft ook te maken met het feit dat er onder de actoren in het strafproces nog altijd onduidelijkheid bestaat over de onderlinge verhoudingen tussen de sancties en de betekenis van de bij de sanctionering in acht te nemen beoordelingsfactoren.

Aan de hand van het bekende standaardarrest van de Hoge Raad uit 2004 inzake de beoordeling van vormverzuimen en een grondige analyse van de relevante literatuur en jurisprudentie, wordt met dit boek getracht de lezer van een praktische handleiding te voorzien hoe om te gaan om geconstateerde vormverzuimen.

 

Het boek wordt inmiddels gebruikt door de Universiteit van Utrecht.

Auteurs zijn: Rob ter Haar en Gerlof Meijer.
ISBN: 9789013091021